Lekker terug
Door: maartenenhanneke
14 September 2010 | Nederland, Zierikzee
We liggen een paar dagen in Brighton. De weersvoorspellingen zijn ongunstig. De wind staat pal oost en elke dag wordt er 5 – 7 Beaufort opgegeven. Dat is teveel van het goede. Met stroom mee tegen de wind in ontstaat er dan een forse zeegang. We besluiten om weersverbetering af te wachten. We hebben nog wel wat klusjes en er is hier trouwens genoeg te beleven.
We liggen aan de Visitors steiger. Een eindje verderop ligt een heel kleine uitgewoonde catamaran met een oudere schipper en, naar later blijkt, een vrouw. Zij ziet het varen met deze boot duidelijk helemaal niet zo zitten aan haar mimiek en motoriek te zien.
Enkele uren later meert naast ons een werkelijk enorme, protserige, splinternieuwe catamaran af. Hij is in sneeuwwit en lichtgevend mintgroen uitgevoerd met veel chroom. Vanaf het dek heb je een trapje nodig om op de kade af te dalen. Het achterdek heeft de afmetingen van een dansvloer is in z´n geheel overdekt. Via een trappetje kun je op dat dak komen om van daaraf bij de giek en het grootzeil te kunnen. Hij is blijkbaar bestemd voor de bootshow in Southampton, begin september.
De eigenaar van het kleine, wat aftandse catamarannetje roept zijn vrouw om dit decadente monster te bekijken. Zij komen dichterbij en slaan de handen vol verbijstering ineen onder de uitroep “OH, HOW CIVILISED!!!” Vanzelfsprekend is de potige schipper – na deze uiting van bewondering – graag bereid om voor hen een rondleiding te verzorgen. (Naar later blijkt verkleedt de schipper zich zo´n keer of 3 á 4 per dagdeel en zo krijgt het begrip `potige zeeman` een geheel nieuwe betekenis.)
’s Avonds hoor ik – tijdens de afwas – een boot aankomen waar kennelijk iets niet goed gaat. Ik kijk naar buiten en zie een boot aankomen waar aan de zijkant iemand in het water hangt. Dat hoort niet: de dame was bij het aanmeren pardoes tussen de wal en het schip gesprongen. Gelukkig kan de dame op de boot klimmen en ik help ze aanmeren.
Nog weer iets later komt een nagelnieuwe Southerly 42 aanleggen. De schipper en mevrouw zijn erg zenuwachtig: maidentrip? Ik vang de lijntjes op en beleg ze keurig terug op de boot. Even later zie ik dat mevrouw het anders wil. Zij heeft kennelijk een cursus gevolgd. Rare lui, die Angelsaksen! Ze leren urenlang achteruit inparkeren, maar aanleggen kunnen ze niet. Na de cursus willen ze of kunnen ze alleen nog maar achteruit aanleggen. Deze bazige mevrouw geeft allerlei bevelen en legt de laatste hand aan een geheel door haarzelf bedachte manier van vastleggen. Ze legt de boot helemaal strak aan de steiger aan de middenbolder, zo kort zelfs dat er geen beweging meer in zit. Met de deining van opzij van de steiger af kan dat alleen maar tot ongemak en zelfs tot schade leiden: 8 ton rukken aan zo’n kort lijntje! Mijn keurig belegde landvasten en springen worden weer losgemaakt en – als ik het goed zie - worden ze niet eens echt belegd, maar gewoon rond een kikkertje gedraaid. De volgende ochtend is het mooie teak berghout inderdaad geheel versplinterd, de RVS-strip is in het midden verbogen tot een mooie V van opgestoken Vinger. Zij kijken er naar en besluiten blijkbaar een schadeclaim oid. in te dienen vanwege slechte kwaliteit van het geleverde.
De volgende ochtend zien we dat er – kennelijk ’s avonds laat – nog een Nederlands zeilbootje is binnengekomen. De schipper komt een praatje maken. Hij is gisteren met z’n vrouw vanuit Portsmouth kruisend tegen de wind in hierheen gevaren. Ze varen met een Winner 9,50 (van hun zoon) die uitmuntend zeilt. Toen het donker was hebben ze het laatste stuk tegen wind en stroom in op de motor gedaan. Ze waren het helemaal zat en hebben drijfnatte pakken. Hij gaat ze afspoelen met zoet water en dan te drogen hangen. Een uurtje later zie ik bij toeval bij de tegenover-liggende steiger een zeilpak drijven. Ik roep naar twee mannen die daar staan te praten en wijs het aan. Als ik vraag of ze het pak uit het water kunnen halen roept één terug “There is nobody in it….”. Vervolgens wandelt hij met z’n handen in z’n zakken weg. (Naar even later blijkt om een pikhaak te halen, overigens) Het pak blijkt van onze Hollandse “achterburen” (Wim en Jannie) te zijn.
Om de tijd nuttig te besteden ga ik eens kijken waarom onze stuurautomaat het niet meer doet. Al snel zie ik wat er aan de hand is. Het piepkleine lintkabeltje vanaf het kompas naar de printplaat is gebroken. Ik probeer het te solderen, maar afgezien van creatie een hoogst interessant prutswerkje zet dit geen zoden aan de dijk: het werkt niet. Bij een elektrotechnisch bedrijf aan de andere kant van de haven zegt de eigenaar dat hij het onderdeel wel kan vervangen. Hij moet daarvoor naar de stad en het is dan aan het eind van de middag klaar. Als we terug komen is het inderdaad gerepareerd. Nu nog onze marifoon waarvan de ontvangst de laatste dagen zeer beroerd was… Bij een winkeltje net om de hoek blijkt een handheld marifoon van hetzelfde merk (Icom) in de aanbieding. En zo zijn we weer een apparaat rijker….
We bediscussiëren of we niet zo langzamerhand toch maar moeten vertrekken. In de praktijk blijkt het weer namelijk elke dag eigenlijk wel mee te vallen, althans vanuit de haven bezien. Elke dag gaat het pas tegen het eind van de dag echt waaien. Voor de langere termijn wordt echter weer nadering van een depressie aangekondigd. Als we te lang wachten liggen we straks daardoor nog langer verwaaid.
Van Brighton naar Eastbourne (Sovereign Harbour)
Op dinsdagochtend 7 september zitten we erg in dubio: de officiële weersverwachting via de Coastguard geeft opnieuw op “tegen de avond toenemende wind tot 6 en later mogelijk 7”, maar eigenlijk ziet het er opnieuw – net als de afgelopen dagen - heel aardig uit. Het is vervelend dat de weersvoorspellingen nogal tegenstrijdig zijn. De wind is eindelijk gedraaid van Oost (pal tegen) naar bezeilbaar naar NNO. Voor de komende dagen geven ze eerst Noord 5 – 6 op en daarna ZW 4 – 6 Bf. Tegen windkracht 6 in ploegen is niet leuk en we willen nog navragen of het beschermkapje van de stuurautomaat bij de technicus is blijven liggen. We besluiten dus om maar een dagje naar Brighton stad te gaan. Hanneke gaat naar het kapje vragen en wat boodschappen doen en betaalt de havenmeester. Het kapje blijkt inderdaad nog in de winkel te liggen. Tegen 12 uur komt ook het zonnetje door en dan wordt het echt lekker. Het lokale weerbericht van de havenmeester ziet er toch minder ongunstig uit voor hier tot aan de kaap van Beachy Head. We besluiten daarom alsnog dat het nog niet te laat is om wat stroom mee te pikken en naar Eastbourne te zeilen. Hanneke gaat dus het havengeld terugvragen. Wonder boven wonder doen ze daar niet moeilijk over en we vertrekken met gezwinde spoed.
Als we het havengaatje uitvaren staat er een flinke zee met golven van soms meer dan 2 meter, maar het wordt wel echt lekker zeilen. Hanneke vraagt nog voor alle zekerheid of het weerbericht het echt wel had over een “moderate sea” en niet over “rough to verry rough” Ik zet de stuurautomaat aan en die blijkt het nu helemaal te doen! Ik hoef eigenlijk niet meer te sturen. Allengs neemt ook de golfslag en deining wat af. Het is helder en we krijgen een mooi zicht op de “Seven sisters”, een rij kalkkliffen in de aanloop naar de kaap. We bellen Lieke om haar te feliciteren met haar verjaardag. Zij blijkt net te zitten schrijven aan een stukje voor op onze website. We ronden Beachy Head tegen laag water en krijgen nu de wind pal van voren en de stroom begint ook tegen te lopen. Het laatste stukje naar de haven doen we dus maar op de motor terwijl we de zeilen strijken en opdoeken. Ik ben eigenlijk – voor het eerst – enthousiast over de stuurautomaat. Sommige mensen zeggen dat ze niet zonder zo’n ding kunnen, terwijl ik altijd liever zelf stuur. Maar dat begint nu te veranderen!
Bij het aanlopen van Sovereign Harbour (in Eastbourne) roepen we de havenmeester op. Hij zegt dat er genoeg water staat in het smalle geultje. Dat is nauwelijks te geloven, want het is niet meer dan zo’n 5 meter breed en links en rechts liggen de tonnen die de geul moeten aangeven bovenop het zand. Toch blijkt het te kloppen en de sluis opent vlot. Nog even later worden we weer op een opzienbarende manier geschut.
We meren af in een box naast de Tringa, een Vancouver 28 zeiljachtje uit Workum. De schipper is merkbaar blij met een praatje. Hij vertelt dat ook hij een paar maanden weg is. In Cherbourg is hij enkele weken blijven liggen omdat hij Bronchitis had en later in Portsmouth had hij een ontsteking in z’n schouder. Nu gaat hij vroeg naar bed omdat hij in z’n eentje is en morgen heel vroeg weg wil.
Ook wij liggen er op tijd in. Het weerbericht voor morgen, woensdag, lijkt redelijk gunstig: de wind is matig en draait in de loop van de dag naar ZO en nog later naar ZW. Wel regent het de hele dag. Na morgen neemt de wind hier weer toe. Het lijkt ons verstandig om nu het stuk naar Dover maar met gezwinde spoed te doen.
Woensdag 8 september
We staan om 5.30 uur op. Het miezert inderdaad. Een uurtje later liggen we samen met de Tringa en een ander jachtje in de sluis en nog wat later zijn we onderweg. Het waait nauwelijks, maar de miezer gaat over in regen en het ziet er allemaal wat treurig uit. De andere boten die in dezelfde richting vertrokken zijn, kunnen we door de regen niet zien. Er is zo weinig zicht dat we de kust niet of nauwelijks zien, ook niet als we vlak langs de laatste kaap Dungeness varen met de kerncentrale. Met de getijstroom mee lopen we op de motor 7 knopen over de grond. Tegen 12 uur neemt de deining geleidelijk steeds verder toe, hoewel de wind niet veel verder is aangetrokken. Om 14.00 uur meren we af in Dover, na ruim 70 mijl afgelegd te hebben. De regen is net gestopt en wat later breekt er zelfs een waterig zonnetje door. Een uurtje na ons zien we ook de Tringa binnenlopen. De havenmeester waarschuwt ons dat we de volgende ochtend pas later weg kunnen in verband met het laag-laagwater van springtij. De weersverwachting lijkt redelijk gunstig voor een oversteek naar het vasteland, hoewel er later weer veel wind komt.
Oversteek naar Frankrijk
Donderdag zijn we wel op tijd op, maar we liggen tegen een gesloten sluisdeur aan te kijken. We zien de Tringa vanuit de nadere haven buiten de sluisdeur om een uur of half tien vertrekken. Pas tegen 10.30 uur gaat die open. We gooien meteen los en vragen de Harbour Port Control toestemming om via de oostelijke ingang te vertrekken. Het is zonnig en er staat wat wind, maar nog niet teveel.
Via de oostelijke opening gaan we naar het noorden, richting Goodwin Sands. Van daaraf willen we de scheepvaartroute haaks overstekken. Volgens de uitgezette koers komen we dan netjes langs een aantal bekende boeien ergens halverwege Duinkerken aan bij de overkant. Daarna kunnen we de route achter de banken langs volgen. Voordeel van deze route is ook dat hij iets noordelijker loopt dan waar de veerboten tussen Frankrijk en Engeland oversteken. Dat neemt overigens nog niet weg dat er ook flink wat vrachtschepen onze koers kruisen, het lijkt wel met kluitjes tegelijk.
Vlak voor de scheepvaartroute komt een vissersschip vlak langs en daarmee bedoel ik echt vlak langs, op een meter of 10! Hij produceert een hekgolf van zo’n meter of 4 die zijdelings bij ons het schip raakt. Een flink deel daarvan komt als een soort massief blok water ook in de kuip en ik was net niet snel genoeg weg. Nu heb ik zeker zout water geproefd! Ik ben zeiknat.
We zetten de Genua en de bezaan en laten de motor bijstaan voor eventuele uitwijkmanoeuvres. Zo loopt het met halve wind uit het ZW als een speer: in een half uur zijn we over de NO-gaande route van de “shipping lane” heen en varen we in de scheidingszone. Nog eens drie kwartier later zijn we ook over de ZW-gaande route. Intussen waait het nu toch wel stevig vanuit het zuidwesten. De stuurautomaat maakt overuren en werkt zich in de naad, terwijl ik me met belangrijker zaken kan bezig houden, zoals navigatie en de lunch. We verleggen de koers en varen met een heel ruime wind richting Duinkerken. Ook de stroom loopt lekker mee en onze snelheid over de grond bedraagt meer dan een uur lang, continu ruim 9,5 knopen. Een mijl voor ons zien we de Tringa of een boot die daar erg op lijkt, maar het lukt ons niet om hem in te halen en even later zijn we hem kwijt.
Om 16.15 uur meren we af in Duinkerken. We worden verwelkomd met een onbeschrijflijke stankgolf. De chemische industrie of een groot schip heeft blijkbaar een scheet gelaten! De overkant van de haven is zo goed als onzichtbaar en de adem word je kompleet benomen. Gelukkig waait het stevig en is het na een minuut of 10 voorbij! Nu merken we ook dat de wind – zoals voorspeld was – even flink aantrekt. We prijzen ons gelukkig dat we net op tijd binnen waren. Tot onze verrassing blijkt het havenkantoor al gesloten, terwijl dat open hoort te zijn tot 17.00 uur. Pas dan bedenken we dat het hier dan ook al een uur later is….
Op naar België
Vrijdagochtend vertrekken we met grauw weer. We gaan richting Oostende of – als het meezit – naar Blankenberge. We hebben het eerste stuk nog de stroom tegen, maar na twee uur begint het mee te lopen. We zeilen met het volle tuig, er staat niet al teveel wind, maar de golven zijn wel vrij hoog. Tegen 14.00 uur passeren we Oostende. Ergens vlak voor de haven is blijkbaar een houseparty oid. aan de gang en op 4 kilometer uit de kust horen we dat luid en duidelijk. Later blijkt dat we deze pestherrie nog op 15 kilometer verderop kunnen horen, vlak bij Blankenberge, waar we tegen vieren aankomen. We leggen aan op hetzelfde plekje als op de heenweg: tegenover de reddingsboot de “Straffe Hendrik”. Heerlijk! In België spreken ze dus echt Suske en Wiske taal!
Zodra we aangekomen zijn gaan we eerst wat boodschappen doen. Vooral brood is onmisbaar volgens Hanneke. Nadat we eea. hebben ingeslagen gaan we op een gezellig terras in het zonnetje maar uit de wind een biertje drinken. Daarna gaan we een hapje eten in de jachtclub van Scarphout. Terug op de boot ontdekken we ’s avonds om 21.30 uur tot onze verbazing dat de steiger en onze boot langzamerhand aan het droogvallen zijn. Ook andere boten blijken op de grond te liggen. Het is inderdaad om 22.40 extreem laag-laag water! (In onze getijden tabellen zien we later dat het inderdaad het allerlaagste peil in het hele jaar is geweest.) Zo mogelijk nog verbazingwekkender is dat om 22.41 uur het water de andere kant op begint te lopen en we na 15 minuten weer vrij liggen! Het lijkt de punctualiteit van het spoorboekje van de NS van vroeger wel!
Terug naar Nederland
Zaterdag 11 september gaan we wat later weg (10.30 uur). De wind is ZW en matig en we besluiten met vol tuig de kortste oversteek te maken richting Oosterschelde. Daarmee snijden we zo’n 5 mijl af ten opzichte van de route langs de kust om daarna de Westerschelde over te steken. Doordat we de wind echt pal van achteren hebben liggen we de hele weg vreselijk te rollen. Het is behoorlijk vermoeiend. Zelfs de stuurautomaat heeft het er erg moeilijk mee….
Tegen half drie passeren we midden op zee de officiële landsgrens. We zijn weer in Nederland! Het is raar om te bedenken dat we afgelopen dinsdag nog in Brighton waren! Morgen of overmorgen ga ik in Zierikzee onze “Lekker weg” berichten bijwerken. Dan besluiten we ook of we nog wat in deze contreien blijven varen of volgas naar Leiden zullen stomen.
Tegen vieren naderen we de Domburger Rassen. Hier moeten we door een klein geultje. Doordat er een paar heel ondiepe banken langs de geul lopen staat de zee hier heel hoog en af en toe komen er vervaarlijke rollers van opzij. Pas voorbij Domburg wordt het geleidelijk rustiger. Om 16.30 uur liggen we voor de Roompotsluis. We roepen de sluis op maar er gebeurt niets, geen antwoord. We maken dus maar vast bij de wachtsteiger. Daar staat ook zo’n spreekpaal met daarop een rode en een zwarte knop…. Geen gebruiksaanwijzing, dus Hanneke drukt een keertje maar op allebei die knoppen. Onmiddellijk beginnen er allerlei luidruchtige alarmsignalen te klinken en het lukt niet meer om dat tot bedaren te brengen. (Oeps, verkeerd knopje misschien?) Pas na een tijdje komt er een stem uit de luidspreker om te zeggen dat we zo kunnen invaren. Nog een uurtje later leggen we aan bij de Neeltje Jans waarbij opvarenden van andere boten onmiddellijk toesnellen om te helpen aanleggen.
Nu we weer terug zijn in Nederland moeten we eerst de familie maar even bellen om onze veilige terugkeer te melden. Nog geen twee uur later meert overigens ook de Winner 9.50 van Wim en Jannie (uit Brighton) bij de Neeltje Jans aan. Zij kwamen vanuit Oostende en hadden ons bij de oversteek al langer in de peiling gehad. Ze hebben een iets andere route gevolgd, maar daar zijn we dan weer.
Zondag in Nederland
We slapen lekker uit (het getij loopt pas ’s middags mee) en plegen nog een paar telefoontjes. Wim en Jannie komen even buurten en vertellen dat zij naar Zierikzee willen. Nou dat gaan wij ook doen. Ook schrijven we een SMS naar Rob en Anke die we in Chichester Harbour hebben ontmoet. Zij hadden ons een bezorgd SMS-je gestuurd omdat ze geen veranderingen meer zagen op onze “Waar ben jij nu”-weblog, of alles wel goed ging. Even na het versturen van ons geruststellende bericht bellen Rob en Anke om te vragen waar we liggen en of ze even langs zullen komen. Wij spreken af aan het eind van de middag ergens in de stadshaven in Zierikzee.
Tegen half twee vertrekken we. We zetten het volle tuig en lopen als een speer. Met 8 knopen over de grond zijn we zo bij Zierikzee. We vinden een prima plekje aan de steiger, vlak achter de boot van Wim en Jannie. Ook zij hadden lekker gezeild, maar waren eigenlijk net te vroeg weg gegaan voor het getij. Nu gaan ze de boot schoonmaken om hem morgen weer spic en span bij hun zoon af te kunnen leveren in Herkingen.
Nog geen kwartier later komen ook Rob en Anke over de steiger aangelopen. Het is een hartelijk weerzien. Zij vertellen over hun terugreis en wij over de onze. Zij hebben na ons afscheid nog wat meer bekeken rond Itchenor en Chichester Harbour toen wij verder de Solent opgingen. Daarna zijn zij weer richting Nederland gegaan, mede om op tijd te zijn voor de 88ste verjaardag van één van de ouders. We hebben beiden hele goeie herinneringen over de afgelopen vakantie en over onze korte periode daar samen.
’s Avonds gaan we vroeg naar bed en morgen ga ik beginnen aan dit verslag.
Liefs van Maarten en Hanneke
(binnenkort live in Leiden)
-
14 September 2010 - 18:13
Annet:
Hoi Hanneke en Maarten,
Goed dat jullie weer veilig terug zijn! Jammer alleen, dat jullie niet verder varen buiten Nederland. Ik geniet van de verhalen.Hebben jullie me nog zien zwaaien vanaf de kaais???
Liefs Annet -
14 September 2010 - 19:49
Liesbeth:
Ha lieve H & M,
Nou, dat was best een voorspoedige overtocht, geloof ik! Ik vind het wel een heel prettig idee dat jullie weer veilig en wel bijna thuis zijn... en al met al avontuurlijk genoeg, denk ik! Ontzettend leuk om jullie reisverhalen te lezen: ik zal ze missen.
Liefs, Liesbeth -
14 September 2010 - 20:03
Lida:
Hoi hoi hoi, Han is weer thuis! Wanneer mogen we bellen?
xxx -
15 September 2010 - 07:23
Ludy:
Fijn dat jullie weer veilig thuis zijn en de overtocht zo goed is verlopen.
tot gauw ! -
15 September 2010 - 09:26
Els:
welcome home! -
15 September 2010 - 12:43
Mona:
Ook van mij een welkom terug! -
20 September 2010 - 08:42
Wil En Kas:
Lieve reizigers, bijna weer thuis. Helaas kunnen we niet op de kade staan om jullie te verwelkomen, we hebben dan Broertjes-Kas weekend. We hopen dat jullie nog een paar mooie rustige dagen samen hebben. Daarna spreken we gauw een keer af zodat we jullie eindverslag ook 'live' kunnen beleven. Liefs Wil en Kas -
20 September 2010 - 09:01
Marjolein:
Heerlijk dat jullie er binnenkort weer zijn. Waar komen jullie aan om jullie te verwelkomen? -
20 September 2010 - 12:48
Kas:
En nog gefeliciteerd met Jelle's verjaardag natuurlijk!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley