Op weg naar het einde (van de wereld) - Reisverslag uit Parijs, Frankrijk van maartenenhanneke - WaarBenJij.nu Op weg naar het einde (van de wereld) - Reisverslag uit Parijs, Frankrijk van maartenenhanneke - WaarBenJij.nu

Op weg naar het einde (van de wereld)

Door: maartenenhanneke

Blijf op de hoogte en volg

28 Mei 2012 | Frankrijk, Parijs

Naar het eind van de wereld

Lezardrieux ligt ten westen van St Malo achter een eilandje, het “Ile de Bréhat” aan de rivier de Drieux, ongeveer 7 kilometer het binnenland in. Hoewel de msit begint op te trekken is de aanloop voor ons behoorlijk onoverzichtelijk. We zien allerlei bakens en boeien op plekken waar wij volgens de kaart beter niet heen kunnen gaan. Later ontdekken we dat er allerlei verschillende routes tussen de rotsen mee worden aangegeven, overigens ook lang niet allemaal geschikt voor onze diepgang. Het Ile de Bréhat ligt pontificaal in de weg voor de ingang van de rivier. Een ruig eiland met woest omhoog piekende, scherpe rotsen en vrij weinig begroeiing. Er staan een paar armetierige gebouwtjes. Als we de meest griezelige passages hebben gehad komen we op een vrij brede vrij snel meestromende, mooie rivier. Aan beide zijden bossen, afgewisseld met kleine dorpjes die tegen de helling geplakt liggen, soms ook tussen de bomen. Af en toe ook een groep wat kleinere bootjes voor anker. Uiteindelijk, met heel veel stroming achterop, aan een steiger afgemeerd vlak bij het plaatsje Lezardrieux. Iets verderop zien we de motorzeiler “Albert” van Guy en Suzanne liggen. Ze blijken motorpech te hebben (koeling kapot en daardoor oververhit) en moeten twee dagen wachten voor de reparatie klaar is. Vlakbij ligt een vrachtscheepje met zand of grind. Een grote bulldozer is met enorm veel lawaai bezig een berg geloste rommel te verplaatsen naar een andere berg. Dat houdt pas tegen negenen ’s avonds op, maar dan is het ook heel stil.

Dinsdagochtend is het prachtig zonnig weer. We lopen we langs een winkel met scheepsartikelen (een paar Franse kaarten en een stromingsatlas van dit gebied gekocht). Daarna naar boven naar het dorpje. Er staat een oud romaans kerkje dat van binnen heel sober, maar daardoor wel mooi is. Een eindje verderop is een bakker, een slager en een “U-markt” waar van alles te krijgen is. Dan terug. Om een uur of 11 gooien we los en varen we met stroom mee de rivier af, op weg naar een volgend riviertje met het plaatsje Tréguier. Volgens verhalen is dit een nog mooiere rivier.

Het blijkt een korte tocht van een uurtje of vier waarbij we eerst om een paar eilandjes heen varen en vervolgens weer landinwaarts moeten sturen. Ook hier is de aanloop van zee af nogal onoverzichtelijk met veel bakens, maar we beginnen een beetje door te krijgen hoe dat werkt. Hier is het allemaal wat vlakker, veel meer bebouwing en veel plaatsen waar bootjes aan een meerboei liggen. We besluiten om in het zicht van het plaatsje Tréguier te ankeren. We liggen nog maar net, als we onze ankerboei voorbij zien drijven! Blijkbaar niet goed vastgezet! Ik moet eerst de rubberboot oppompen en kn er daarna pas achteraan. Gelukkig komen een paar Franse kanoërs voorbij die bereid zijn om het boeitje (inmiddels ver weg aan de overkant) op te halen. Ze slaan een koude fles witte wijn als bedankje af, “want ze zijn sportmensen”. In het zonnetje is het heerlijk en ons anker houdt ons prima op de plek.

Woensdag mist het stevig en we aarzelen of we naar Roscoff zullen gaan of een dagje zullen blijven liggen. De overtocht van Guernsey in de mist vonden we niet zo’n succes. Na een uur of twee trekt de mist op en wordt het een stuk helderder. We besluiten alsnog te vertrekken. Onderweg zijn er perioden met mist, maar ook stukken waar het redelijk helder is. We passeren “Les sept Iles”, waarvan ik er maar 5 echte kan vinden, of een stuk of 10 als je de kleintjes meetelt. Tegen vijven begint het steviger te waaien, onze stroom mee neemt af, maar Roscoff is in zicht. We vinden een ankerboei bij een stuk of wat andere zeilboten, recht tegenover de ingang van de oude haven, die nu helemaal droog ligt. We maken ons ietsje zorgen over de diepte, maar dat blijkt achteraf onterecht. Wel trekt de lucht weer helemaal dicht: we hebben nog geen 20 meter zicht. Hopen dat die vannacht weg trekt….

24 mei
Dat blijkt donderdagochtend vroeg niet helemaal het geval. Wel is het nu hoog water en kunnen we de drempel van 0,50 meter tussen het “île de Batz” en Roscoff ruimschoots over: de stijging van hoog water is meer dan 8 meter! We varen voorzichtig door de zig-zaggende geul. Als we er bijna doorheen zijn geef ik wat meer gas. Dan wordt plotseling onze rubber boot grotendeels onder water getrokken. Daar moet iets aan gebeuren, maar zelfs stil liggend krijgen we met z’n tweeën de boot niet leeg door hem om te keren. Het stopje aan de achterkant moet eruit, opdat het water er weer uit kan lopen. Uiteindelijk besluit Hanneke om in het bootje te stappen om het stopje eruit te draaien. (Dat is wel wat eenvoudiger verteld dan gedaan met zeegang overigens.) In underware en met een zwemvest met een lang touw daaraan klimt ze erin en krijgt het stopje los. Dan weer terug in de boot. Nu kunnen we weer gas geven. Intussen blijken we knap dicht naar een rotspartij gedreven te zijn waar enorme brekers overheen slaan. Gelukkig op tijd dus. In de loop van de ochtend trekt de mist weer over zee. Af en toe kunnen we op een meter of 50 een grote boei ontwaren, maar de kust blijft helemaal uit zicht. Wel begint het – zoals voorspeld was – steeds steviger te waaien en de zeegang neemt toe. Tegen de middag zijn we bij de uiterton van de rivier “l’Aber Wrac’h”.

Deze rivier is de laatste stop voordat we bij de kaap “Finistère” komen (“finis terre” = einde van de wereld). Vandaar moeten we op het juiste moment door het “Chenal du Four” of het “Chenal de la Helle” om de kaap te ronden en naar Brest te varen. Daarna is er nog maar één heikel stukje, de laatste kaap bij het “Pointe du Raz”.

De invaart naar l ‘Aber Wrac’h is nauwelijks zichtbaar. Er staat en flinke stroming, schuin tegen onze koers in en het waait inmiddels stevig. Na drie kwartier varen we de eigenlijke rivier op. Ook hier enorme, woeste rotsen. De mist is iets opgetrokken, maar de wereld ziet er heel spookachtig uit doordat het er helemaal verlaten uitziet en alles in een soort helwit waas gehuld is. Kleuren zijn daarin nauwelijks te onderscheiden. Het lijkt wel een soort maanlandschap. Een flink stuk verderop worden kleuren geleidelijk “normaler” en zien we een hoge golfbreker liggen met wat mastjes. Het is de haven van het plaatsje “l’ Aber Wrac’h”.

Als we eenmaal bij de haven zijn blijkt het bij laag water een enorme golfbreker, met daarachter een hele grote jachthaven met enorm veel zeil- en motorbootjes. We vinden een plekje aan de buitenkant van de buitenste steiger, valk achter een enorme OCR-racer, zeiljacht in de super klasse (30 meter of meer lang en een meter of 6 breed). We horen al snel dat van hieruit een “regatta” (zeilrace) wordt gehouden naar Plymouth en terug (220 mijl = 400 km). Die start vanavond tegen 18.00 uur en wordt morgen weer terug verwacht (….!). Uit de wind en in het zonnetje wordt het steeds lekkerder warm en prima uit te houden. Gezien de windverwachting besluiten wij even een dagje ofzo pauze te nemen.

Het gedoe rond de regatta is een complete kermis, vooral rond de OCR-racer, maar ook op andere bootjes. TV-ploegen, stoere kerels die door dames gefotografeerd worden in zeer nonchalante poses. Bij de stevige wind wordt het geklapper van alle vallen tegen masten en stagen een luidruchtig spektakel. Tegen vieren is er een “briefing” waar alle bemanningen de spelregels te horen krijgen. Daarna gaan de eerste bootjes naar buiten met aan de achterstag een kleur vlaggetje dat de “rating” aanduidt (rood voor lichtgewichten, oranje, geel, blauw en groen tenslotte voor de zwaargewichten). Het spektakel wordt uitgebreid met een heleboel rubberboten met enorme motoren die vlak langs komen racen met jongens die allemaal even interessant doen….

Langzamerhand gaan alle boten naar buiten. Veel boten hebben blijkbaar sponsors oid. want allerlei bedrijfsnamen zijn opgeplakt. Er zijn ook een paar solozeilers bij en één solozeilster: Kristin met de boot “Fur folle seile” (Zij is onze favoriet.). De echte racers jakkeren op alleen een grootzeil, bijna tegen de wind in, met een ongelooflijke gang voorbij. Ik schat de snelheid toch op zeker een knoop of 8 á 9. De echte macho’s – en dat zijn ze bijna zonder uitzondering allemaal – varen vlak voor de haven langs verlaat daar zijn roer en gaat daar op het voordek een meerlijntje staan opschieten, of een trimlijntje wat verstellen. Dit ondanks de enorme drukte die langzamerhand voor de haven plaats vindt. Kristine daarentegen heeft alles al op orde: lijntjes netjes opgeschoten, bootje fijn getrimd en gewoon bij het roer een beetje op en neer blijven varen tot de start. Kristine heeft trouwens een paardenstaart (overigens sommige mannen ook, viel me op). Op de OCR-racer maken ze zich tot het startschot om een uur of zes alleen druk over de foto sessies. Als iedereen vertrokken is gaan zij ook een beetje aan de slag. Na een kwartiertje is het zover. Ze worden door een bootje van de kant getrokken. Dan motoren ze een stuk naar buiten (met overigens een dame aan het roer). Daarna moet het zeil omhoog. Dat valt blijkbaar niet mee, want ze doen daar zo’n half uurtje over, waarbij we ze af en toe hele stukken achteruit zien varen. Tegen de tijd dat het zeil eindelijk staat zijn alle andere bootjes aan de einder verdwenen…. Wat een afgang! Nu de rust is teruggekeerd eten we wat en we nemen een extra stevige slaapmuts. Morgen blijven we immers toch liggen…

25 mei
Het is nog stikdonkere nacht als ik wakker word, maar er zijn allerlei lichten die af en toe naar binnen schijnen. Er loopt iemand over ons dek! Geluiden van een aantal discussierende mannen, vlakbij. Ik schiet mijn bed uit, nog helemaal slaapdronken, kijk uit een raampje, maar word verblind door een blauw flitsend licht, verschillende schijnwerpers en – zo te zien – ligt er een soort politieboot schuin aan ons vast! Raar! Om deze tijd een controle van de douane? Of de politie? Vrij snel dringt het tot me door dat het kennelijk helemaal niet om ons gaat, maar dat er iets anders aan de hand is. Als ik het luik open schuif zie ik een man of acht, gedeeltelijk op de kant. Anderen staan op een zeilboot die vlak voor ons op het puntje van de steiger is vastgemaakt. Alles is daar donker, maar er zijn mensen aan boord met kleine felle koplampjes op hun hoofd. Er wordt een motorpomp gestart. Nu zie ik ook dat het geen politieboot is maar een reddingsboot van de “Sauvetage de Mèr”. Langs onze boot ligt een grote rubberboot afgemeerd. Hanneke is ook wakker geworden en vraagt wat er aan de hand is. Ze wil ook komen kijken. Het blijkt half vijf te zijn. Deze lieden hebben het al druk genoeg, dus ik ga ze niet storen, maar besluit om een pot koffie te zetten. Waarschijnlijk hebben ze daar wel trek in. En dat blijkt te kloppen. Ze vertellen dat zij aan de wedstrijd meededen, maar met harde wind een probleem kregen met de besturing. Dat gebeurde in een riskant gebied. Toen ze het niet konden oplossen en er vervolgens ook water naar binnen kwam hebben ze de reddingsdienst gealarmeerd. Die heeft ze opgepikt en terug gesleept.

Als het licht geworden is maken we een praatje. Wel een beetje moeizaam, want de man die vloeiend Engels heette te spreken stamelt net zo moeizaam Engels als ik Frans. Een uurtje later worden ze weggesleept want d schade moet op een werf worden verholpen. De boot heet “Chlorofile”, raar genoeg. Het is grauw weer en vandaag hebben we geen zin om verder te varen na deze belevenissen. We gaan boodschappen doen in het dorpje dat op de heuvel ligt, We zijn er net voor de middagpauze en kunnen nog wel eea. aan boodschappen krijgen. Terug op de boot begint het te regenen en zelfs even te onweren. Aan het eind van de middag klaart het op. Tot onze verbazing komt de eerste boot in de race binnen tegen zevenen, al snel gevolgd door een tweede. Dat betekent een gemiddelde over 24 uur van bijna 10 knopen! Ongelooflijk! (De hele avond horen we om de haverklap de toeter voor binnenkomst van weer een bootje, tot ver na tweeën ’s nachts (dat was Kristin, blijkt later).

Ook zondag is het geen leuk weer om te zeilen. We lezen en klussen wat. Een lier is wat los gekomen en ik bedenk en realiseer een oplossing om verdere narigheid te voorkomen. Hanneke zoekt Kristin op internet op en ontdekt dat ze civiel-architect was, maar vooral rondvaart in het prof circuit met een Beneteau van de eenheidsklasse “Figaro”. Blijkbaar gaan die bootjes echt zo hard, want er wordt gesproken over snelheden van 14 knopen (18 km / uur) aan de wind bij windkracht 6 á 7….. Dat is dus eigenlijk geen zeilen meer. Alles op de computer en blijkbaar hebben ze een afstandsbediening voor de stuurautomaat om hun nek hangen. )Nu snap ik dat macho gedoe op het voordek toch iets beter.) ’s Middags is er een prijsuitreiking. Dat willen we natuurlijk meemaken. Afgezien van vier uitvallers is iedereen weer binnengekomen (behalve die enorme racer, overigens, die durfde waarschijnlijk niet meer). Ook kunnen we voor het eerst via Skype even bellen met Lieke en later met Jelle. Leuk is dat, om elkaar weer even te spreken en te zien!

Maandag 28 mei begint wel leuk zonnig, maar al voor negenen betrekt het stevig. Hanneke heeft nog helemaal geen zin om te gaan varen. We besluiten om het lokale autobusje te nemen naar Brest, maar horen tot onze spijt dat die ivm. Pinksteren niet op de gewone uren rijdt en dat alle winkels overal dicht zijn. Nou, ik kan ook nog wel wat klussen bedenken en varen doen we morgen wel weer. Ik ga aan het werk om onze voorziening om te ankeren te verbeteren. Tegen het eind van de middag wordt het steeds beter weer en we sluiten de dag af met een prachtige, windstille avond, waarin je - afgezien van een momentje met borrelende bootjesmensen aan de overkant – alleen maar vogeltjes hoort fluiten. Wonderschoon! Morgen zien we verder.



  • 29 Mei 2012 - 07:37

    Pieter:

    Bedankt voor weer zo'n uitgebreid verslag. Ik volg jullie nu ook op de kaart.
    Behouden vaart.

  • 29 Mei 2012 - 08:38

    Liesbeth:

    Afwisseling genoeg en ook regelmatig best spannend... wat wil je nog meer:). Goede reis en ik zie al weer uit naar het volgende verslag!
    XX

  • 29 Mei 2012 - 13:53

    Melanie:

    nou maarten het klinkt allemaal als een reuze avontuur en het klinkt heerlijk!!!!!!!!!! veilige reis verder en voor heel veel plezier! groetjes melanie. ps ik blijf meelezen hoor!

  • 29 Mei 2012 - 17:21

    Liek:

    Hoi!! Spannende dingen zeg, ik zit steeds echt helemaal in jullie verhaal!!! Hier alles goed, nog niks gehoord van de baan, dus dat is misschien niet zo'n goed teken. Even afwachten nog... Wel paar heerlijk mooie dagen gehad, lekker in mijn tuin gezeten met wat medebewoners. Ik zal jullie een dezer dagen even een wat uitgebreider mailtje sturen.
    Tot snel spreeks!!!
    Xx

  • 29 Mei 2012 - 19:54

    Paul V:

    Wat schrijf jij goed zeg. Ik volg alles met grote interesse en traceer jullie met Google. Kuffel Hanneke van me!
    Behouden vaart, neef Paul

  • 02 Juni 2012 - 22:18

    Ludy:

    Het gaat allemaal steeds meer klinken naar een ontspannen reis. Geniet ervan !

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Actief sinds 19 Mei 2010
Verslag gelezen: 318
Totaal aantal bezoekers 54646

Voorgaande reizen:

20 April 2012 - 30 November 2016

Naar het zonnige zuiden

20 Mei 2010 - 25 September 2010

lekker weg.....

Landen bezocht: